Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie **
Om gelijkwaardige kansen te bevorderen en discriminatie te voorkomen, wil het kabinet de Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie invoeren. Deze wet verplicht werkgevers en intermediairs om beleid te voeren voor werving en selectie, waarmee sollicitanten gelijke kansen krijgen. In 2024 krijgen werkgevers eerst voorlichting over het ontwikkelen van een goede procedure voor werving en selectie om daarmee arbeidsmarktdiscriminatie te voorkomen.
Wijzigingen in de arbeidsmarkt en het arbeidsrecht
Omdat werk moet lonen, gaan werkenden met lage of middeninkomens minder belasting betalen. Zo gaat de arbeidskorting omhoog van € 3.070 naar € 3.374. Daarnaast werkt het kabinet verder aan de hervormingen op de arbeidsmarkt, zodat werkenden sneller een vast contract krijgen en weten waar ze aan toe zijn qua rooster en inkomen. Flexibel werk is “Key”. Nulurencontracten worden straks afgeschaft en vervangen door een basiscontract met meer rooster- en inkomenszekerheid.
Per 2024 wettelijk minimumloon per uur
Op 1 januari 2024 wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml). Vanaf dan is het verplicht om werknemers minimaal het wettelijke minimumuurloon te betalen. Op deze manier geldt er in alle sectoren één uniform minimumuurloon, dat transparanter en eerlijker is, dan voorheen het ‘minimumloon’. De hoogte wordt standaard gebaseerd op een dienstverband van 36 uur
Werkkostenregeling weer terug bij af
De vrije ruimte in de WKR over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom is in 2023 tijdelijk verruimd naar 3%. Omdat dit een tijdelijke maatregel is, geldt vanaf 1 januari 2024 weer het gebruikelijke tarief van 1,92%. Boven de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom blijft de vrije ruimte 1,18%.
Stijging onbelaste reiskostenvergoeding
Zoals eerder al bekend was gemaakt, stijgt het bedrag dat de werkgever aan de werknemer in 2024 belastingvrij mag vergoeden naar € 0,23 per zakelijke kilometer (geldt ook voor woon/werkverkeer).
Verstrekken OV-kaart wordt eenvoudiger.
Vanwege de intrede van het hybride werken mag een OV-kaart in 2024 altijd onbelast worden vergoed of verstrekt. Voorwaarde is wel dat de werknemer de OV-kaart, ook (in welke mate dan ook) voor zakelijke reizen (waaronder woon-werkverkeer) gebruikt.
Personeelsbehoud bij crisis in het bedrijf
Met de invoering van de Crisisregeling Personeelsbehoud moet de wendbaarheid / flexibiliteit voor werkgevers vergroot worden. Als werkgevers te maken hebben met een crisis of calamiteit, kunnen ze hun werknemers daarmee herplaatsen binnen het bedrijf. Of ze kunnen hen vragen om tijdelijk minder uren te gaan werken.
Compensatie transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging
Kleine werkgevers die de activiteiten van hun onderneming beëindigen vanwege pensionering of overlijden, hebben recht op compensatie van de transitievergoeding voor hun werknemers. Ze moeten dan wel aan strikte voorwaarden voldoen.
Maximale transitievergoeding 2024
Als het dienstverband buiten eigen schuld afloopt, heeft de werknemer recht op een transitievergoeding. Die bedraagt maximaal € 94.000 in 2024, of (in uitzonderlijke gevallen) één bruto jaarsalaris als dat hoger is. Het maximumbedrag was € 89.000 in 2023.
Aanpassing tarieven box2 (inkomen uit aanmerkelijk belang)
Mensen met aandelen, opties of winstbewijzen van een vennootschap, moeten daarover belasting betalen in ‘box 2’. Er komen wijzigingen in de tarieven in box 2: 24,5% belasting tot een inkomen van € 67.000. Daarboven wordt het tarief 31%.
Afschaffing inkomensvoordeel, verbetering voor arbeidsgehandicapten
Het jeugd-LIV wordt al per 1 januari 2024 afgeschaft en per 2025 gaat het kabinet het Lage-inkomensvoordeel (LIV) helemaal afschaffen. Het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers houdt op per 2026. Wel komt er een verbetering van het loonkostenvoordeel voor het herplaatsen van arbeidsgehandicapte werknemers.
Compensatie koopkrachtverlies door verschuiving inkomensschijf
De koopkracht wordt op peil gehouden door hogere toeslagen en andere belastingmaatregelen. In 2024 wordt de tariefschijf in box 1 iets verhoogd van 36,93% naar 36,97%. Maar de grens voor de 2e schijf gaat omhoog van € 73.031 naar € 75.549, Hierdoor vallen werknemers later in het hoogste tarief van de inkomstenbelasting (van 49,5%).
Aftopping 30-procentregel expat **
De 30%-regeling voor expats wordt vanaf 1 januari 2024 verder versoberd. Deze regeling geldt voor bepaalde groepen buitenlandse werknemers met waardevolle kennis en vaardigheden (expats), die daardoor vijf jaar na hun komst over dertig procent van hun bruto-inkomen vrijgesteld zijn van belasting. Het belastingvoordeel zal in de nieuwe regeling geleidelijk afnemen. Er komt een overgangsregeling voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 gebruik konden maken van deze regeling.
Partiële buitenlandse belastingplicht
Ook de regeling voor partiële buitenlandse belastingplicht wordt per 1 januari 2025 afgeschaft, met een overgangsregeling tot en met 2026 voor bestaande gevallen. Met deze regeling kunnen de 30%- expats ervoor kiezen als buitenlands belastingplichtige te worden aangemerkt voor hun inkomen in box 2 en 3. Daardoor hoeven ze alleen over Nederlandse aandelen en Nederlands vastgoed belasting te betalen.
Wijzigen wet DBA voor vaststellen arbeidsrelatie *
Al geruime tijd werkt het kabinet aan verduidelijking over wanneer iemand in dienst is, of als zelfstandige (ZZP) werkt. Hiervoor moet de Wet DBA worden aangepast, die nu in de praktijk niet meer wordt gehandhaafd. Er moeten eerst heldere criteria komen over wanneer er sprake is van gezag en inbedding in een organisatie. En ook criteria over het werken voor eigen rekening en risico, krijgen een plaats in het arbeidsrecht. ZZP-ers en opdrachtgevers hebben daardoor meer duidelijkheid over de vraag of een bepaalde klus als zelfstandige of als werknemer kan worden uitgevoerd, met alle gevolgen van dien.
Zelfstandigenaftrek wordt verder afgebouwd *
Al eerder is besloten om de zelfstandigenaftrek voor ondernemers naar € 3.750 te verlagen. Dit belastingvoordeel wordt verder afgebouwd om een gelijkwaardiger speelveld te creëren tussen werknemers en zelfstandigen.
AOV voor zelfstandigen **
De minister van SZW werkt aan een verplichte, publieke arbeidsongeschiktheids-verzekering voor zelfstandigen. Het ministerie onderzoekt daarbij nog wel de optie of het, onder voorwaarden, mogelijk moet worden om uit de publieke verzekering te stappen (opt-out).
Pensioenopbouw zelfstandigen
De Stichting van de Arbeid gaat adviseren over de toegankelijkheid van de tweede pensioenpijler (pensioenopbouw) voor zelfstandigen. Op basis daarvan bekijkt het kabinet of er aanvullende maatregelen nodig zijn om zelfstandigen beter in staat te stellen te sparen voor de oude dag.
Plek in de SER voor ZZP’ers
Het is belangrijk dat zelfstandigen en hun vertegenwoordigers een goede plek aan de overlegtafel hebben, vindt het kabinet. Zelfstandigen krijgen daarom een eigen plaats binnen de Sociaal Economische Raad.
Externe geschilleninstantie(s) pensioenen
Voor de pensioensector zijn vanaf dit jaar externe geschilleninstanties opgericht. Pensioendeelnemers kunnen, na het doorlopen van de interne klachtenprocedure, klachten neerleggen bij de externe geschilleninstantie(s) die door de sector worden ingericht en in stand gehouden. De weg naar de rechter blijft overigens bestaan.
Pensioen opbouwen vanaf 18 jaar **
Werknemers gaan per 2024 al vanaf hun 18e jaar pensioen opbouwen. Voor bedrijven die hun werknemers pensioen aanbieden, betekent dit dat ze hun pensioenregelingen moeten aanpassen. Ze moeten ervoor zorgen dat werknemers van 18 jaar en ouder ook mee kunnen doen met de pensioenregeling.
Verplichte gedragscode Grensoverschrijdend gedrag **
Het kabinet heeft een actieprogramma gelanceerd tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, waarbij veel aandacht is voor het verbeteren van de situatie op de werkplek. In 2024 werkt SZW aan wet- en regelgeving over het verplichten van een klachtenprocedure en gedragscode voor werkgevers.
Wijziging financiering kinderopvang **
Het is nog steeds de bedoeling om de kinderopvangtoeslag af te schaffen en de overheidsvergoeding rechtstreeks uit te keren aan de kinderopvangorganisaties. Daarnaast moet er een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding voor werkende ouders komen. Invoering per 2025 blijkt niet haalbaar. Daarom is besloten het nieuwe financieringsstelsel gefaseerd in te voeren, maar niet eerder dan in 2027.