Hybride werken

 

 

Thuiswerken is inmiddels niet meer weg te denken. Ook na de coronapandemie hebben veel organisaties het thuiswerken volledig omarmd. Deze verandering in onze werkcultuur heeft niet alleen geleid tot discussie binnen de HR muren, maar ook tot politieke en juridische ontwikkelingen.

Inmiddels is – zoals ongetwijfeld al bekend – het wetsvoorstel Wet ‘werken waar je wilt’ in behandeling bij de Eerste Kamer. De behoefte om vanuit huis te mogen werken is nog altijd groot en veel werknemers zien de mogelijkheid om vanuit huis te kunnen werken inmiddels als belangrijke arbeidsvoorwaarde.

Ter voorbereiding op de mogelijke inwerkingtreding van de Wet ‘werken waar je wilt’ én om in deze krappe arbeidsmarkt een aantrekkelijke werkgever te blijven, is het belangrijk dat werkgevers nadenken over de wijze waarop thuiswerken binnen hun organisatie kan worden vormgegeven. Goed werkbaar en een breed gedragen thuiswerkbeleid is daarom van essentieel belang.

Huidige situatie:
Op dit moment kunnen werknemers op grond van de Wet flexibel werken (Wfw), onder bepaalde voorwaarden, hun werkgever verzoeken om (gedeeltelijk) thuis te mogen werken. De werkgever moet het verzoek in overweging nemen en is verplicht om met de werknemer in overleg te treden, maar kan het verzoek vervolgens op iedere grond afwijzen. Los daarvan kunnen werknemers een verzoek tot wijziging van hun werkplek ook baseren op andere juridische gronden, zoals het goed werkgeverschap.

Om ervoor te zorgen dat werkgevers een verzoek tot aanpassing van de arbeidsplaats op grond van de Wfw minder gemakkelijk kunnen afwijzen, werd in januari 2021 het initiatiefwetsvoorstel Wet ‘werken waar je wilt’ ingediend. Op grond van het (inmiddels gewijzigde) wetsvoorstel worden werkgevers verplicht om verzoeken in overweging te nemen én een belangenafweging te maken.

De werkgever moet het verzoek toewijzen wanneer hij, gelet op de omstandigheden van het geval, van oordeel is dat zijn eigen belangen naar ‘maatstaven van redelijkheid en billijkheid’ moeten wijken. Het wetsvoorstel moet nog door de Eerste Kamer worden aangenomen, voordat dit in werking treedt. We houden je op de hoogte.