Wanneer is een ZZP een werknemer?

Afgelopen maand deed de Hoge Raad een belangrijke uitspraak op het gebied van het arbeidsrecht. De bezorgers van het platform Deliveroo waren in Nederland werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610 BW. Dat betekent dat die bezorgers alle bescherming toekomt die de wet aan het bestaan van zo’n overeenkomst verbindt, zoals onder meer ontslagbescherming, loondoorbetaling bij ziekte, recht op vakantiegeld en vakantiedagen.

De Hoge Raad bevestigde een uitspraak die het Gerechtshof Amsterdam begin 2021 in deze zaak deed. Volgens de Hoge Raad heeft het hof terecht beslist dat bij de bezorgers is voldaan aan de drie eisen die de wet aan het bestaan van een arbeidsovereenkomst verbindt. Er moet arbeid worden verricht door de werknemer, er moet loon worden betaald door de werkgever en de werknemer moet onder gezag van de werkgever hebben gewerkt. Voor wat betreft de factor arbeid heeft de Hoge Raad verduidelijkt, dat niet aan het aannemen van een arbeidsovereenkomst in de weg staat dat de bezorgers de vrijheid hadden om al dan niet in te loggen op de app (en bezorgingen te verrichten) en ook niet dat de bezorgers zich konden laten vervangen.

Ten aanzien van het gezagscriterium is verduidelijkt dat de rechter ook mag kijken of het werk dat wordt verricht ‘organisatorisch is ingebed’ in de organisatie en daarmee behoort tot de normale bedrijfsarbeid van de onderneming van de werkgever. Dat is echter slechts één van de in aanmerking te nemen omstandigheden. Er moet holistisch worden gekeken naar alle omstandigheden van het geval. Het mag duidelijk zijn dat Deliveroo niet de enige onderneming is die met deze nieuwe omstandigheden zal moeten ‘dealen’.